Wat vroeger geen mens voor mogelijk had gehouden, lijkt nu toch echt bewerkstelligd. Lepelaars in Leiden, een stad met meer dan 100.000 inwoners. Aan de zuidwest kant van de stad bevindt zich het park Cronesteyn, een mooi natuurgebiedje, ingeklemd tussen de A4 en een aantal belangrijke doorgaande wegen. Jaren geleden heb ik dit gebied nog geïnventariseerd op broedvogels, samen met Jack Boogmans. Toen al een interessant gebied, met onder andere nachtegaal, spotvogel, bosuil en een reigerkolonie. Maar nu dan ook deze gelepelde vrienden.

Afgelopen week maar eens gaan kijken. In het oude reigerbos zitten de reigers niet meer, ze hebben hun plekje omgeruild met het eilandje vlak achter de boerderij. Alleen zijn ze nu niet meer de alleenheersers, ze hebben er een aantal concurrenten bij, lepelaars. Minstens drie nesten, ik hoor van een expert zelfs vijf nesten, die nu bevolkt worden door deze prachtige exotische vogels. Al direct bij aankomst zie ik de lepelaars al druk doende met nestmateriaal verzamelen. Een komisch gezicht, hele takken worden met een gelepelde snavel afgebroken en meegenomen naar hun nest. Dit alles onder het toeziend ook van de ook aanwezige reigers. Soms bevinden de reigernesten en lepelaarsnesten zich vlakbij elkaar. Samen met nog vele andere belangstellenden heb ik lange tijd staan kijken naar dit schouwspel. En dat in Leiden. Vroeger was de lepelaar een zeldzame broedvogel in ons land. Ze kwamen vooral voor bij het Naardermeer en later bij de Nieuwkoopse Plassen. Ook daarover waren de mensen toen enorm blij. Nu vind je deze vogels op heel wat meer plaatsen in ons land. Ook op mijn favoriete eiland Texel komen ze volop voor. Toch wel een erg positieve ontwikkeling. Laten we zuinig zijn op onze lepelaartjes.